De Bijbel in een jaar
Ik wil de Bijbel in één jaar lezen.
Of beter nog: in een maand.
Ik wil vakantie,
mezelf terugtrekken in een cel,
en al die boekrollen opeten
1,2.
Ik wil de Schrift onthouden.
Versnummers wapperen achteloos uit mijn mond.
Ik wil verwijzen naar de kleinste profeten,
want dan is de Bijbel echt van mij.
Getuigen van Uw komst.
Ik zoek naar U in al die woorden,
Ik zoek naar wie ik moet zijn voor U.
Ik analyseer, rubriceer, orden en componeer
een onvast deuntje met mijn stappen.
Ik hoop dat het genoeg is.
Ik weet het niet.
Ik ben een passant,
maar U bent eeuwig.
Uw woorden moeten ook nog
eeuwig mee,
of tot de eindtijd op z’n minst.