RSS

Hoe ik de Bijbel lees

Als ik de Bijbel lees dan neem ik die letterlijk. Poëzie en metaforen daargelaten, probeer ik nergens tussen de regels naar verborgen boodschappen te vissen. Dit klinkt wellicht vreemd aangezien ik mezelf omschrijf als een vrijzinnig protestant, maar het is eigenlijk vrij logisch en past goed in mijn verdere kijk op het christendom.

Naast de Bijbel zijn er nog veel andere boeken waar ik van houd en toch zo letterlijk mogelijk lees. De boeken van Harry Potter bijvoorbeeld of de robotromans van Asimov of alles van mijn favoriete schrijver Frida Vogels. Nu heeft de Bijbel natuurlijk wel een andere rol in mijn leven, maar de grote overeenkomst in mijn leeservaring van al deze werken is dat ik ervan probeer te genieten en niet de hele tijd mijn superkritische bril op wil hebben.

Op de middelbare school speelde ik regelmatig Dungeons & Dragons met een groepje vrienden. Dit is een erg leuk rollenspel in een fantasysetting. Je ontwerpt je eigen karakter, bijvoorbeeld een elf, ork of dwerg en gaat samen de uitdagingen aan die de dungeon master - de spelleider - op je pad brengt. We hadden bij het spelen een belangrijke regel. Je mocht niet aan “meta game thinking” doen. Dit betekende dat je altijd in je rol moest blijven. Als je een niet al te snuggere ork speelde, was het bijvoorbeeld niet logisch dat je hele strategieën kon bedenken en daarnaast was het zeker niet de bedoeling dat je je eigen ervaring in het spelen van D&D liet meewegen in de beslissingen die je karakter in het spel nam. Dit concept van het “metadenken” probeerde ik daarna ook achterwege te laten als ik bijvoorbeeld films aan het kijken was. Bij de ruimtegevechten in de Star Wars films hoor je bijvoorbeeld van alles. De kenmerkende langsrazende TIE fighters, lasers, of explosies. Dit kan natuurlijk niet, want de ruimte is een vacuüm, dus er zijn geen luchtdeeltjes om de geluidstrillingen te kunnen verplaatsen. Echter, bij het bekijken van de film en het genieten daarvan is dit volstrekt irrelevant. Dit voorbeeld van metadenken - dit klopt niet, want zo werkt het niet in de wereld - is dus niet alleen irrelevant, maar kan ook je plezier in zo’n film bederven.

Ook als ik de Bijbel lees probeer ik dit metadenken achterwege te laten. Mogelijk komt het wat oneerbiedig over als ik de Bijbel vergelijk met zaken uit de pop- en nerdcultuur, maar ik probeer de Schrift hier juist recht mee te doen. Ik herken veel in wat Dr. L.A.M. Goossens schreef in de inleiding van het boek “Franciscus, Bijbel der armen” van A. van Corstanje. Franciscus van Assisi was gewoon de Bijbel te verstaan zoals zijn broeders hun leefregel verstonden: “eenvoudig en puur”. Goossens voegt daaraan nog een mooi citaat van Vondel toe: “Men hoeft, daer klaerheid is, de hersens niet te slijpen”. Verderop legt hij nog uit dat de Bijbel voor Franciscus meer gebed was dan studie en dat beschrijft heel treffend hoe ik dit zelf ervaar. Misschien is dit ook wel een van de redenen dat ik de voorkeur geef aan de Statenvertaling. De taal is daarin lekker archaïsch en schept daardoor een grotere afstand tot mijn dagelijks leven. Alsof het de heiligheid zo beter bewaart.

Toch vind ik het ook prettig om modernere vertalingen te lezen, zoals de vorig jaar uitgebrachte NBV21. Deze vertaling is sowieso een stuk accurater, maar het maakt ook veel bijbelverhalen prettig leesbaar alsof het een roman betreft. Daarnaast vind ik het ook wel een heel prettig idee dat de Bijbel steeds toegankelijker wordt. Met het verschijnen van de Bijbel in gewone taal is daar destijds weer een enorme sprong mee gemaakt en dat geeft ook tieners de gelegenheid om zonder al teveel onnodige taalkundige hordes deze rijkdom zelf te ontdekken.

Nu even terug naar mijn persoonlijke bijbelleeservaring. Wanneer ik bijbelboeken lees dan probeer ik die in hun context te houden. Dit is te vergelijken met hoe Marvelcomics vaak binnen hetzelfde universum plaatsvinden en zo een coherent geheel vormen. De bijbelverhalen bekijk ik net zo. Ze zijn onderdeel van een groot bijbels universum en tijdens het lezen bekommer ik mij niet om de manier waarop het regelmatig botst met de 21e eeuw. In het dagelijks leven neem ik aanstoot aan vrouwonvriendelijkheid, geweld of homofobie, maar in de Bijbel laat ik zulke waardeoordelen achterwege.

Ik probeer er dan ook niet gelijk directe lessen uit te trekken voor mijn dagelijks leven. Überhaupt spelen de bijbelverhalen daarvoor in een heel andere tijd, maar nog belangrijker is dit bijbeluniversum veelal “incompatibel” met onze huidige wereld. Soms kan je er weliswaar letterlijke lessen uit trekken. Ik denk dan aan bijvoorbeeld de wijsheden van Jezus uit de evangeliën, maar veel vaker kan dat niet omdat daarvoor de grondslag in mijn realiteit niet overeenkomt met de bijbelse context waarin zo’n lering wordt geponeerd.

Liever zie ik exegese en bijbelstudie als een compleet andere activiteit en dan geef ik mezelf alle ruimte om bijvoorbeeld te stellen dat ik Jozua wel erg krijgszuchtig vind en meer een oudtestamentische Rambo dan een hoogverheven profeet. Of ik denk na over hoe ik de vergelijking van Israël met een overspelige vrouw in Hosea wel erg moeilijk vind. Als ik zulke gedachten, zulke meningen echter gelijk tijdens het lezen zou toelaten dan zou ik mezelf veel moois en inspirerends ontzeggen. Los van de vrouwonvriendelijkheid is Hozea namelijk een prachtig boek. De enorme vurigheid waarmee het land Israël daar verwijten krijgt gaat gepaard met een geweldige diepgewortelde liefde en verschilligheid. Als ik de discrepantie tussen zulke verhalen en mijn persoonlijke maatschappelijke normen en waarden gelijk in mij zou laten meelezen dan zou ik geen woord van zulke passages kunnen accepteren, laat staan dat ik er een religieuze ervaring aan zou kunnen ontlenen.

Dus, dit is hoe ik mijn nerdy vrijzinnigheid toepas op het lezen van de Schrift en hoe ik mijn kritische kijk op de zaak een eigen tijd en plaats kan geven zonder mijn geloofsbeleving te verminderen.

Tot slot wil ik nog zeggen dat dit alles mijn persoonlijke, hoogstparticuliere beleving is. Ik ben geen theoloog, geen expert en geen kenner van het “bijbelleesdiscours”, maar een eenvoudige leek.

Vrede en alle goeds